Het hoofddoel van de voorschoolse lessen, is het ontwikkelen van de spraak.

In deze leeftijdsgroep worden de eerste basisfundamenten van de tweetaligheid (of meertaligheid) gelegd. Het is dan ook zeer belangrijk om de woordenschat van de leerlingen op te bouwen en uit te breiden. Tevens is het zeer belangrijk om het spreken en schrijven in dit stadium te ontwikkelen.
De leerlingen leren de Russische taal te spreken en te begrijpen, zij leren een dialoog over diverse onderwerpen te voeren. Zij maken kennis met thema’s als: groenten, fruit, kleding, transport, meubilair, dieren en nog vele andere.

De leerlingen krijgen een idee van de klanken en letters. Hen wordt geleerd om woorden in lettergrepen te verdelen. Tevens maken zij kennis met het Russisch alfabet.

De leerlingen leren om objecten te beschrijven op basis van de grootte, kleur en vorm. Zij leren tellen en eenvoudige rekensommen op te lossen.

In de groepen maken de leerlingen tevens kennis met de Russische folklore, sprookjes, raadsels en tekenfilms.

Door middel van diverse creatieve activiteiten, zoals handvaardigheid, tekenen en kleuren wordt er veel aandacht besteed aan de ontwikkeling van de fijne motorische vaardigheden.

Iedere docent is genoodzaakt om rekening te houden met de psychofysische eigenschappen van iedere leerling. Om de aandacht van de aller jongste leerlingen niet te verliezen, worden de lessen spelenderwijs gegeven. Ook wordt er tijdens de lessen aandacht besteedt aan de juiste articulatie van woorden.

Kinderen krijgen een basis van etiquette mee. Zij leren diverse manieren van beleefdheid aan, ook leren zij de manier waarop zij iemand aan moeten spreken en  groeten. Vanaf de eerste lessen werken de leerlingen in werkboeken en ontvangen zij huiswerk.

In de groepen worden muzikale lessen gegeven, waarbij de kinderen liederen leren en een gevoel van ritme ontwikkelen.

Een zeer belangrijke taak is om de voorschoolse leerlingen voor te bereiden op het basisonderwijs. De leerlingen leren zowel blokletters als schijfletters te herkennen en te schrijven. Ook kunnen zij aan het eind van het voorschoolseonderwijs, lezen, een afbeelding omschrijven, een verhaal over een bepaald onderwerp vertellen en kennen zij enkele spreekwoorden en uitspraken.

Voorts de leerlingen overgaan tot het basisonderwijs, vinden er enkele testen plaats om na te gaan in hoeverre de leerlingen voldoende kennis hebben om over te gaan.